Mijn naam is Saskia Teunissen en ik ben lid van de ondersteuningsgroep.
Mijn eerste bezoek aan Roemenië was in de winter van 1972. Daar heb ik mijn eerste echtgenoot ontmoet, met wie ik eind 1979 ben getrouwd. Hoewel ik in 1981 van hem ben gescheiden, ben ik nooit van Roemenië gescheiden, het land waar ik inmiddels veel van was gaan houden. Ik heb de taal geleerd en ben daarna werkzaam geweest als tolk voor de (vreemdelingen)politie en justitie. Verder heb ik bij een multinational in Utrecht gewerkt en na mijn tweede huwelijk bij een aantal familierechtpraktijken in Nijmegen.
Via één van mijn Roemeense vrienden kwam ik in aanraking met een dorpje vlakbij Bârlad waar ik regelmatig hulpgoederen naar toe heb gebracht. Kinderkleding die overbleef, brachten we naar een van de kindertehuizen in Bârlad. Wat ik daar aantrof, heeft diepe indruk op mij gemaakt. Tijdens één van die bezoeken hoorde ik over twee Nederlandse meisjes die werkzaam waren geweest bij kindertehuis nr. 1, Elena Farago. Tijdens een bijeenkomst met een Duitse organisatie (actief in kindertehuis nr. 2), ontmoette ik een van die meisjes, Christel Visser, die inmiddels de stichting Bună Ziua kinderen in Roemenië had opgericht.
En zo raakte ik betrokken bij Bună Ziua. Ik ben een aantal jaren als secretaris lid geweest van het Nederlandse bestuur en werd “de taaljuf” van een aantal Nederlandse vrijwilligers (waar-onder Ninian) die door Bună Ziua naar Roemenië werden uitgezonden om hen de eerste beginselen van de Roemeense taal bij te brengen.
Ik reis nog steeds jaarlijks naar Roemenië en breng dan meestal ook een bezoek aan Bârlad. Ook ik ben trots op wat de Roemeense organisatie ondanks alle moeilijkheden (voornamelijk op financieel gebied) heeft weten te bereiken. Zij hebben een prachtorganisatie neergezet die inmiddels haar sporen heeft verdiend en daarvoor ook erkenning van de Roemeense overheid heeft gekregen. Ook zij hebben het moeilijk, niet alleen door alle coronabeperkingen, maar ook door financiële beperkingen. Zij kunnen zich helaas nog steeds niet zelfstandig bedruipen en van de lokale bevolking kan nauwelijks hulp verwacht worden omdat die zelf al moeite genoeg hebben om hun hoofd boven water te houden. Het zou eeuwig zonde zijn als Bună Ziua door geldproblemen gedwongen werd haar activiteiten in Bârlad te moeten beëindigen. Alle bijdragen, hoe klein dan ook, structureel of niet, zijn daarom meer dan welkom.